‘Het is heel goed en waardevol dat we in de spreekkamer het gesprek met de patiënt aangaan over zorgkeuzes”, opent Philip het gesprek. “Dit versterkt de relatie tussen arts en patiënt en helpt om alle overwegingen helder op een rij te krijgen. Vroeger vertelde je als arts welke behandeling het beste was. Nu bieden we patiënten vooraf door middel van keuzehulpen de nodige informatie. Daarmee kunnen zij zelf al een afweging maken. Dit vergroot het vertrouwen in de uiteindelijke beslissing en maakt dat patiënten zich beter voelen over de gekozen behandeling.’
Verschil in perspectief
Philip is kritischer geworden op de vraag of samen beslissen de bredere uitdagingen rondom passende zorg echt oplost. ‘Daarin ben ik opgeschoven’, erkent hij. ‘We moeten ook echt op een niveau daarboven keuzes gaan maken. Dus niet alleen samen beslissen in de spreekkamer, maar ook als maatschappij samen beslissen wat we wel en niet gaan doen.’
Tegelijkertijd ziet hij een verschil in visie op wat ‘passende zorg’ inhoudt. ‘Voor patiënten betekent passende zorg vooral maatwerk en gepersonaliseerde behandelingen. Voor artsen – met name bestuurders – gaat het ook om het beschikbaar houden en de toekomstbestendigheid van zorg. Dat we alle dingen die we belangrijk vinden kunnen blijven doen. Maar de rek is er wel uit. We geven al circa 25% van ons BBP uit aan zorg. Meer kan niet. Dat gaat ten koste van andere sociale voorzieningen. Daarnaast hebben we te maken met stijgende kosten, personeelstekorten en een groeiende ecologische voetafdruk.’
Operatie soms niet nodig
Een belangrijk aspect van passende zorg is volgens Philip het bewust nadenken over de noodzaak van bepaalde behandelingen.’In mijn praktijk ben ik altijd kritisch op de vraag of een operatie echt nodig is. Toch denk ik ook als dokter soms: dit is zo duidelijk, hier moeten we gewoon dit of dat doen. Vaak merk ik dat patiënten hun keuze voor een behandeling al hebben gemaakt. Of denken een bepaalde operatie nodig te hebben. Maar als je de tijd neemt om samen te beslissen, kun je alternatieven onderzoeken. Dat kan betekenen dat die operatie niet nodig is, wat zowel de patiënt als het zorgsysteem ten goede komt.’
Personaliseren: steeds slimmere keuzehulpen
‘De informatie in de keuzehulpen is nu al voor een groot deel gepersonaliseerd en patiënten kunnen aangeven wat zij belangrijk vinden. Met PatiëntPlus werken we aan verdere verfijning. Zo maken we ze steeds slimmer, persoonlijker en daardoor waardevoller. Denk bijvoorbeeld aan een 47-jarige fervente wielrenner met een liesbreuk, die zich afvraagt: wat betekent een operatie voor mijn functionaliteit op de fiets? Heb ik na de ingreep nog dezelfde bewegingsvrijheid of juist meer klachten?’
‘Door persoonlijke voorkeuren en omstandigheden zoals leefstijl mee te nemen, kunnen we keuzehulpen nog beter inzetten om behandelingen af te stemmen op wat voor die specifieke patiënt écht belangrijk is. En weten we steeds beter wat de gezondheidswinst is voor een patiënt. Tegelijkertijd helpt het zorgverleners en ziekenhuizen zorg te bieden die doelmatig en zinnig is en voorkomen we dat behandelingen onnodig ingezet worden.’
Doelmatigheidsonderzoek: meten is weten
Bij het steeds verder verbeteren en personaliseren van de keuzehulpen is wetenschappelijk onderzoek belangrijk. Philip is een van de weinigen in Nederland die met zijn team de inzet van keuzehulpen en het effect ervan onderzoekt. Op dit moment worden de gegevens geanalyseerd van de EvaluAid-studie. Dit is een groot doelmatigheidsonderzoek in 7 Nederlandse ziekenhuizen naar de kosteneffectiviteit van het gebruik van keuzehulpen bij samen beslissen in de chirurgische en orthopedische praktijk.
‘In de afgelopen periode hebben we meer dan 40.000 patiënten met galstenen, een liesbreuk, of knie- of heupartrose opgenomen in het onderzoek,’ legt Philip uit. De inclusies zijn inmiddels binnen en hij is heel benieuwd naar de resultaten. ‘Dat is spannend. Wat is het effect van het gebruik van keuzehulpen in onze chirurgische praktijk? Hoe dragen ze bij aan patiënttevredenheid, betere behandelkeuzes en mogelijk zelfs minder operaties? Waardevolle gegevens voor de toekomst van gepersonaliseerde keuzehulpen.’
Symptoomchecker als innovatie
Een andere innovatie waar Philip enthousiast over is: de symptoomgerichte gesprekshulp. ‘In plaats van alleen keuzes te maken op basis van een aandoening of behandeling, begin je bij de symptomen zoals rugpijn, buikpijn of hoofdpijn. Dit helpt patiënten sneller een mogelijke diagnose en passende behandeling te vinden.’
Samen met het Radboudumc, MDL Fonds en VGZ ontwikkelden we een gesprekshulp met symptoomchecker voor bovenbuikklachten, om mensen met maagklachten, galstenen of het prikkelbare darmsyndroom beter te begeleiden. Afhankelijk van de symptomen verwijst de symptoomchecker patiënten naar 1 van de 3 keuzehulpen voor veel voorkomende oorzaken van bovenbuikklachten, zoals maagklachten, galstenen of het prikkelbare darmsyndroom.
Minder onderzoeken, betere diagnoses
‘Bijna een kwart van de Nederlanders heeft maag-, darm- of leverklachten,’ vertelt Philip. ‘Vaak ondergaan ze veel onderzoeken zonder duidelijk resultaat. Deze zelfmanagementtool helpt patiënten én zorgverleners om beter geïnformeerd beslissingen te nemen over diagnose en behandeling.’
Patiënten krijgen vooraf duidelijke informatie over de betreffende aandoening, zodat zij zich vóór het gesprek met de zorgverlener kunnen verdiepen in oorzaken en behandelopties. Dat maakt het makkelijker om mee te denken en te beslissen. Zorgverleners hebben voor het consult toegang tot het resultaat van de symptoomchecker en gesprekshulpen. Dit vergroot de kans op de juiste diagnose en behandeling.
De gesprekshulp met symptoomchecker kan ook onnodige onderzoeken voorkomen en het zorgtraject efficiënter en effectiever maken. Het Radboudumc doet in samenwerking met andere ziekenhuizen een gerandomiseerd onderzoek naar het effect van deze tool. ‘We willen weten of patiënten de gesprekshulp nuttig vinden en of het inderdaad leidt tot minder diagnostiek, minder onnodige ingrepen en uiteindelijk minder klachten en zorggebruik.’
Zorgkeuzes en duurzaamheid
De laatste belangrijke innovatie is volgens Philip het integreren van maatschappelijke aspecten in de keuzehulpen, zoals duurzaamheid. ‘Hier zijn we ook in de zorg steeds meer mee bezig. Een voorbeeld hiervan is ons project CareFree, een chirurgisch duurzaamheidsonderzoek, waarin we samen met Maastricht UMC+ duurzaamheidsaspecten meenemen in de keuzehulp voor galblaasoperaties.’
Het verwijderen van de galblaas is een van de meest verrichte buikoperaties per jaar in Nederland en draagt daarmee aanzienlijk bij aan de grote hoeveelheid afval uit de operatiekamer. We hebben onderzocht hoeveel CO2-uitstoot gepaard gaat met deze operatie en welke maatregelen we moeten nemen om dit te verminderen. We onderzoeken nu of patiënten deze overwegingen waardevol vinden en of ze deze aspecten meenemen in hun besluitvorming. Het doel is om ervoor te zorgen dat we niet alleen de beste keuze voor de patiënt maken, maar ook de meest duurzame.’
Refuse, reduce, rethink
Dit sluit mooi aan bij de onderzoekslijn van Philip, waarin hij al jaren pleit om kritisch na denken over de uitkomsten van ons chirurgisch handelen. ‘Dat we soms juist minder moeten opereren. Niet iets waar ik toen bij mijn collega’s de handen voor op elkaar kreeg. Ik werd nog net niet voor paria uitgemaakt,’ grapt hij.
Inmiddels is dat gelukkig veranderd door de groeiende aandacht voor duurzaamheid in de zorg en wordt de noodzaak van deze aanpak steeds duidelijker. ‘Bovenaan de piramide van circulariteit staat dat we dingen niet meer moeten doen. Dan maak je de meeste impact. Door kritisch te kijken volgens de principes refuse, reduce en rethink kunnen we chirurgische ingrepen duurzamer maken en de ecologische voetafdruk in de zorg verkleinen. Een uitdagende maar noodzakelijke stap naar de toekomst van de zorg.’